Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...

31 maart 2008

Bloch, blogt en geblogd

FANTASTISCH NIEUWS (waarvoor ik alwéér bepaalde Vlaamse contacten moet bedanken). Bloch is er afgelopen zaterdag mee gestopt. En nee, dàt is níet het goede nieuws! De in Gent en omstreken werkelijk beróemde 'boulangerie viennoise' vestigde zich anno 1899 in de Veldstraat (nr. 60) en was een heus familie- bedrijf, dat twéé oorlogen overleefde en waar menig mens zijn troost kwam zoeken (vooral op zondag, als het onverkochte baksel uitgedeeld werd, gratis en één per persoon). Ik heb er ook gezeten en om eerlijk te zijn, vond ik de bediening van het slag "niet om over naar huis te schrijven" (onvriendelijk) en de doorsnee bezoeker nogal van het type "madammen met een bontjas" (zijn gemeen), maar dat het vele gebak en de diverse broodjes lekker waren, dát was een feit.
Dat Bloch er mee ging stoppen na meer dan een eeuw succesrijk bestaan, was voor velen nogal een shock. Vandaar dit. (En dan nu het fantástische nieuws:) Maar Bloch heeft besloten de vele recepten aan zijn klanten over te dragen en blogt om de zoveel tijd een recept van brood of gebak op zijn website (de 'tumbnail' wordt dan voorzien van een klein 'R' stempeltje in de rechter bovenhoek). WAUW!! Ik ben helemaal dol op deze bijna liefdadige actie en ik geloof vast dat Bloch zichzelf hiermee nog eens extra op de kaart zet.

Zampone

Met hartelijke dank aan onze lieve gastheer en -vrouw, wijd ik een geheel hoofdstuk aan het bizarre maar uiteindelijk verrukkelijke Italiaanse vleesgerecht dat we gisteren voorgeschoteld kregen:

Met veel aandacht en dan ook nog eens op origineel Italiaanse wijze bereid (kant-en-klaar kopen, een half uur in zijn vacuümpak in kokend water warmen en serveren) stond er een heuse Zampone op het menu; een met gekruid vlees (salami) gevulde varkenspoot, van oorsprong gegeten als brenger van rijkdom voor het nieuwe jaar in het Noorden van Italië. Traditioneel wordt de zampone dan ook geserveerd met linzen, die de veelheid aan geld symboliseren.
Men had ons al gewaarschuwd voor de eerste aanblik en in- derdaad zag het er 'bijzonder' uit. Vettige varkenshuid, op het oog nog rauw. Geen liefde op het eerste gezicht dus, maar dat mag natuurlijk de pret nooit drukken, dus hap. Mmmmm! Zulk lekker gekruid vlees. Heerlijk. Met het vet- randje eromheen had ik wat meer moeite, maar in theorie snap ik wel hoe vet juist de meeste smaak geeft. Ik kan iedereen aanraden bij de Italiaanse specialiteitenwinkel een Zampone te kopen; wij aten deze.
Ik was in de bevoorrechte positie om bij deze zampone di Modena een volle lambrusco te mogen drinken (uit dezelfde streek). Met als 'dolci' bij de (Italiaanse!) koffie nadien, een luchtige verse Colomba van Corsini, feitelijk een soort panettone maar dan enkel gevuld met gekonfijte vruchten cq. citrusschil en met een toplaag van griessuiker en amandelen. Heerlijk, heerlijk gegeten dus. Met als thema "wanneer men in Italië Nieuwjaarsdag met Pasen viert"...

30 maart 2008

Speculoospasta

Eindelijk is daar dan de speculoospasta van Lotus. Er was een boel controverse over het al dan niet 'originele' idee van één van de deelnemers aan het programma "De Bedenkers" (anno 2007), aangezien speculaaspasta bijvoorbeeld in Nederland al bestaat (zoals deze van de Aldi).
Nou is deze laatste versie een teleurstellende pasta van vet en suiker met speculaaskruiden; héél anders dan deze recente variant die voor 57% uit daad- werkelijke speculoos bestaat (met verder natuurlijk ook veel vet -39g per 100g- en suiker -36,3g per 100g- er in)!!
Ik zeg dat speculaas en speculoos sowieso níet hetzelfde zijn. En als je kijkt naar de schier oneindige hoeveelheid zoet broodbeleg in de winkel, dan kan er toch nog best een potje bij? Zéker zulke smakelijke als deze speculoospasta. Van Lotus, dé maker van het bekende koekje. Hoewel je natuurlijk ook nog altijd gewoon je boterham kan beleggen met speculoosjes (of -laasjes); da's óók lekker.
Maar de wáre vraag blijft natuurlijk, wat er gebeurd is met het idee van de winnaar: de sliplift?!

(update 11-12-2008)
De speculoospasta is er nu ook in een gróte pot van 700 gram. Dat betekent dat ik niet de ènige ben die dól is op dit smeersel! Een geheid succus.

DB: De perfécte Feesttaart

Scroll down for the English version of this text.

Na een succesvolle eerste poging met Frans stokbrood, reken ik mezelf nu tot de groep van "Uitdagende/uitgedaagde bakkers" (het valt niet te vertalen). En met dit lidmaatschap komt voor de maand maart uitdaging nummer twee: een intens(i)e(ve) verjaardagstaart, bestaande uit luchtige eiercake in vier lagen, compleet met tomatenjam en botercrèmeglazuur. Tomatenjam? Inderdaad. Ik besluit de uitdaging naar het volgende niveau te tillen, over alle conventies van frambozenjam en andere gouden standaards heen, richting pure taartverrukking. Dat mag. Want het is namelijk een verjaardagstaart en in maart ben ik jarig. Toeval bestaat immers niet?!

Het recept komt van Dorie Greenspan's "Baking from my home to yours" en is als uitdaging voorgedragen door Morven. Er is alleen nog de kwestie van het Amerikaanse stuk proza naar de Europese markt vertalen (cup vs gram; waar is al die diversiteit voor nodig?), maar dan ben ik vertrokken:

Ik mix suiker, citroenzest en boter tot een luchtige massa. Ik meng volgens de aanwijzingen melk, eiwitten, bloem en bakpoeder door het geheel. Ik bak twee cakes die goudbruin uit de oven komen. Ik snijd elk baksel horizontaal doormidden (licht, luchtig, bijna Moscovisch gebak, met een heerlijke citroengeur) en heb daarmee deel één van de uitdaging al succesvol afgesloten.

Ik begin aan de botercrème. Vreemd spul, wat gemaakt wordt door eiwitten en suiker au-bain-marie te kloppen tot een soort marshmellowschuim, om het vervolgens af te laten koelen, al kloppend. En daarna moet hier (ahhh) de ongelooflijke hoeveel- heid boter van 350 gram doorheen gemengd worden. Zes tot tien minuten lang, totdat een glanzend zachtfluwelen helderwit glazuur ontstaat. En inderdaad, zoals voorspeld, lijkt het mengsel tijdens dit proces te schiften... Voor mijn gevoel komt het nooit helemaal goed met het botercrèmeglazuur, maar ik ben om héél eerlijk te zijn toch niet van plan om alles te gebruiken (het is al erg genoeg dat ik taart ga eten; het hoeft niet ook nog zo'n vreselijk vette te zijn) en mijn uiteindelijk resultaat is homogeen en smeerbaar, dus goed genoeg.

De taart wordt als volgt gestapeld: cakelaag, boterglazuur, jam, cakelaag, jam, glazuur, frambozen, cakelaag, jam, glazuur, frambozen, cakelaag. Ik kan je zeggen; het is ONmogelijk om over een laag jam op cake een laag boterglazuur uit te smeren. Dat wil zeggen, het gáát wel, maar niet zonder dat de twee lagen zich met elkaar vermengen. Deze stap wordt dus omgedraaid: éérst het boterglazuur en dan de tomatenjam (wat me trouwens enorm herinnert aan vroeger tijden -toen gedurende enkele weken de ultieme boterham voor mij bestond uit een overmatig dikke laag boter op brood, met daarin zoveel hagelslag gedrukt en gesmeerd als er maar op paste; met dáár overheen weer boter en nóg meer hagelslag- lekker, maar het kàn écht niet!). De bovenkant en de zijkanten van de taart worden netjes afgewerkt, ook weer met die vreselijke boterglazuur, en dan kan het Grote Decoreren beginnen.

Geroosterde kokos langs de zijkanten. Een cirkel verse frambozen langs de bovenrand en de mooiste framboos zo precies mogelijk in het midden. Twee cirkels van 'white chocolate chips' (uit Engeland) en daartussen een handvol roze zilverpareltjes. Mooi. Prachtig. Ik heb nog nooit zo'n taart gemaakt en ik ben bijna verliefd op het ding. De verjaardagstaart wordt in zijn volle glorie diezelfde middag nog op het werk aangesneden en ik scoor vet punten (vetter dan die boterglazuur...) Ik wacht alleen even, tot iedereen zijn eerste hap naar binnen heeft, alvorens te vertellen dat het een TOMATENtaart is.

After my first succesful attempt with French bread I consider myself to be a Daring Baker (and yes, such a title shóuld be written with capitals!) This unusual membership comes with a montly challenge and for March there will be the making of a Party Cake (again, capitals are required). A perfect one, no less. And I'm thinking, let's step it up a notch by using my own homemade tomate preserves instead of the more conventional raspberry version. Transforming a pretty good cake into a blissful birthday one. Since it's my birthday. Who says coincidence doesn't exist?!

After some trouble converting the recipe from Morven to a European one (cups, grams, why all this diversity?), I'm mixing it up following strict instructions. Even though I am amazed (AMAZED) at the amount of butter that goes into the buttercream frosting (it's bad enough I am going to be eating cake; does it háve to be such a fattening one?) And I must say, it doesn't quite work. Indeed the mixture starts curdling midway through and I believe it doesn't come together as it should be. But it's consistent enough and it's spreadable, so that's good enough for me.
Assembling the cake is also proving to be somewhat of a pickle. Is it just me or is it just IMpossible to spread buttercream on tóp of the preserves without mixing the two?! I decide just to reverse it, putting the buttercream on the ca
ke layer first and covering it with tomato preserves (which reminds me of days gone by -when the ultimate sandwich for me was a thick thick layer of butter on bread with as much chocolate sprinkles pressed into that as possible, covered with butter again and even more sprinkles- véry good, but in fact not really good fór you) After assembly the Great Proces of Decoration can start. And isn't that always the best part?
Coconut round the edges. Fresh raspberries on the upper outline and a beautiful red one right in the middle. Pretty circles of white chocolate chips (from London) and topped off with lovely pink silver pearls. I am just lóving my cake. I have neve
r made such a wonderful cake before and I am just in love with it. It is devoured that same afternoon at work, but I just wait until everyone has had his (her) first bite before I make the announcement that it's a tomato cake and that the raspberries were merely a decoy...

29 maart 2008

Hop Marianneke, bier in het kanneke

Eind 1980 begon het allemaal met een café, gespecialiseerd in Belgische bieren (Rokerelsstraat 10, Gent), met de naam Hopduvel; een mythologisch begrip in de geschiedenis van de hopteelt. In die periode kenden streekbieren een sterk stijgende groei en mede door de vraag van veel mensen naar thuisconsumptie werd in 1982 drankenhandel "De Hopduvel" op- gericht. Min of meer gelijktijdig werd een thuisbrouwerij naast het café ingericht (waarvan onder andere kruidenbier "t Stopken"). De drankenhandel deed in 1985 een belangrijke uitbreiding en verhuisde naar de Coupure, waar ze nu nog altijd gevonden kan worden (Coupure Links 625), direct naast fitnesscentrum Stadium. Geen moeilijke keuze dus, als je in je sportkleertjes van je fiets stapt (lees: uit je auto).
De mensen van de Hopduvel geloven in mond-op-mond-reclame en áls je deze drankenhandel weet te vinden, stap je binnen in een feitelijke drankenhemel waar met name bier (op fust en fles) verkocht wordt. En aangezien België bekend staat om zijn liefde voor bier, kun je op je vingers uitrekenen wat dat betekent.

Boter-ham-kaas (en eieren)

In Breda en nood aan een lekker broodje? Dan moet je naar de Ginnekenweg (2B). Of je bestelt je broodje van Supersandwich online, want dát kan ook! En ik weet niet of het de eigenaar is, maar ik vind het geweldig dat er niet een doorsnee scholier de broodjes staat te smeren...

28 maart 2008

Filets de rouget

Ik had het nog nooit gedaan, maar ik vond het hoog tijd worden: paneren. Bij de Auchan (nóóit boodschappen gaan doen bij een Franse hypermarket op zaterdagnamiddag in het paasweekend: hutjemutje DRUK, kont aan kont op de versafdelingen en alle 75 kassa's open) had ik verse roodbaarsfilet gekocht en daar wilde ik persé 'vissticks' van maken. Met een groot bord groente en een beetje gekookte zilvervliesrijst ter compensatie.
Nou is paneren zoveel als -in dit geval- vis door bloem, ei en paneermeel heenhalen en dan het geheel knapperig afbakken en garen in een hete koekenpan (om héél eerlijk te zijn heb ik wel even de precieze volgorde van de drie moeten google'n). Dus vis in handzame stukken snijden; bakjes bloem, losgeklopt ei en paneermeel klaarzetten en de vis hier -in díe volgorde- doorheen halen tot ze geheel bedekt is. Aan de paneermeel werden ruim gemberpoeder en een weinig gedroogde dille toegevoegd, voor meer smaak (wat een goed idee bleek) en ik kan je aanraden om twee vorken te gebruiken om de vis te wentelen; het is nogal een kliederboel. Maar lekker! Ik heb als vanouds eerst de vissticks van mijn bord gegeten (een klein scheutje Kikkoman sojasaus zorgt voor nèt de juiste zoute toets) om de kleine, daarna nog in mijn maag aanwezige gaten op te vullen met spinazieblad, verse erwten, een in de oven gegaarde gele paprika en geroosterde tomaatjes. Dit paneren gaat zéker vaker gebeuren!!

27 maart 2008

Ahornsiroopkoekjes

Het klinkt héél interessant, dit recept wat ik op internet vond (hier) want de smaak van ahornsiroop vind ik persoonlijk niet te versmaden, maar er blijkt al snel dat er iets niet klopt...

Ik heb boter en suikers in een kom en ben op een laag vuurtje ahornsiroop tot de helft aan het inkoken. Voor de zekerheid heb ik voor dit koekjesexperiment de hoeveelheden gehalveerd, want ik wil mijn kostbare maple syrup (goed spul!) niet verprutsen (misschien is dát het wel geweest; good old-fashioned 'self furfilling prophecy') én bovendien wil ik geen bakplaten vol koekjes in huis.
Als de ahornsiroop is ingedikt, giet ik de warme vloeistof in de kom met boter en suikers, maar - oh nee- de siroop karamelliseert en wordt hard. KEIhard. Onmogelijk hard. Ik zit met een kom boter, suiker en onmengbare ahornbrokjes. Niks anders te doen dan de hele kom verwarmen, in de hoop dat de stukjes ahorn weer terugsmelten tot een siroop en alsnog met de boter mengen. Wat de boter doet smelten en dat was het. Eindresultaat na bijna een kwartier kloppen en mixen is botercrème met stukjes. Het deeg wordt afgemaakt volgens recept (hee, dat ei moet er toch ook nog in?!) en in de koelkast te rusten gelegd.
Denk niet dat het deeg uit te rollen is. Ja, met veel bloem, ja, en dan nog. Ik steek er koekjes uit en plaats mijn creaties in de voorverwarmde oven (begeleid door een stil schietgebedje). Uiteraard zorgt het bakpoeder ervoor dat het koekjesdeeg rijst tijdens het bakken. Weg vormpjes. Ik had beter gewoon deze truc met de ijsbolletjes- tang (of hoe heet zo'n ding?) kunnen toepassen.

En dat alles zou nog tot dáár aan toe zijn, ware het niet dat de koekjes ook niet echt naar ahornsiroop smaken. Best lekker, hoor, daar niet van, als een soort zoete jodekoeken, en knapperig zéker (door de overmaat aan gekristalliseerde suiker), maar 'maple syrupy'? Nee! Vreemd genoeg zijn de verguisde stukjes verdwe- nen! Weggesmolten waarschijnlijk, in de oven.

26 maart 2008

Knolseldersoep

Na het Grote Erwtensoep Avontuur (lees: mijn eerste) slingeren restanten vlees, vleesbouillon en nog een halve knolselder met bladgroen in het huis rond. Klinkt als soep... En soep zal het zijn! Nou kan ik van mezelf maar één soep maken (oh, nee, nu kan ik ook erwtensoep maken; àls die tenminste niet te erg aanbrandt) en trouw volg ik dus deze bereidingswijze:

Twee gesnipperde uien in een scheutje olie licht aanfruiten tot de ui glazig ziet. Stukjes geschilde knolselder (½ knol) en aardappel (2 middelgrote) even meebakken en dan het geheel afblussen met bouillon (of gekookt water) en naar smaak kruiden. Een laurierblaadje (in dit geval twee; plús een kaneelstokje) of bouquet garni mee laten koken. Voeg eventueel een bouillon-of Maggiblokje toe (maar niet dit zoute spul!) en de groente gaar koken. Na een half uurtje op zacht vuur pruttelen, al dan niet met de staafmixer bewerken. En dan garneren (bijvoorbeeld met selderie; en da's handig want dat is het bladgroen van de knolselder). Zoals gezegd, er was ook nog soepvlees dus dat ging er ook nog in. Fijn zo'n soepje, met de eerste sneeuw van het jaar (afgelopen dinsdag).

Slechte fond(st)

Een nieuw produkt 'siert' de schappen van de supermarkt: Maggi fondpoeder (nou is fond gewoon sterk geconcentreerde bouillon feitelijk en om heel eerlijk te zijn ís bouillonpoe- der al 'sterk geconcentreerd', maar ik neem aan dat 'ze' het fond hebben genoemd om meer op te vallen tussen de andere bouillonblokjes en -poeders; ik wilde Maggi wat dit betreft best het voordeel van de twijfel geven, maar 'maggi.be' bestaat niet en als je 'maggi.nl' intypt word je automatisch doorverwezen naar 'vrouwonline.nl' (logisch, natuurlijk: Maggi=keuken= vrouw); 'ze' van Nestlé zijn zelf echter nogal in hun nopjes met de fonds van Maggi).
Volgens de fabrikant transformeert de fond een gewone bakjus in een heerlijke, roomzachte saus en hoeven geen boter, room of andere vetstoffen meer worden toegevoegd (uiteraard niet; die zitten al genoeg in de fond). En volgens de fabrikant verheft de fond de natuurlijke smaak tot een absoluut hoogtepunt... Eens kijken wat er dan in dit magische potje zit (in de supermarkt natuurlijk; ik ga echt geen €3,27 betalen voor:)

Hé, is het niet zo dat de vermelde ingrediënten gerangschikt staan van meest aanwezig naar minst aanwezig? Ja, dat is zo! Dus dat betekent eigenlijk dat het hier een héél duur potje zout betreft (>17%). Met een hele hoop toevoegingen die je ook niet nodig hebt: glucose, citroenzuur, het niet nader gedefinieerde 'aroma' en 'smaakversterker' (ik gok ve-tsin), aardappelzetmeel, oh, en sporen van selderij. "Te ontdekken" indeed!! Niet kopen dus! Óók niet als er een prikkelende reclamecampagne volgt... (zoals hier)!!

25 maart 2008

Bros, nieuwe stijl

Wie gaat er nou $14,95 betalen voor een artistiek stuk chocola, als je het ook heel makkelijk zélf kunt (na) maken?! Ookal komt die dure 'echte' variant dan in een sjieke geschenk- verpakking? Ik heb het over dit, een nieuwe creatie in chocoladeland: 'bubble wrap chocolate', oftewel 'noppenfolie chocolade'. Intrigerend spul en héél makkelijk zelf te maken dus.
Chocolade au-bain-marie smelten (chocola in gelijke kleine stukjes hakken en overdoen in een sluitend kommentje boven een pan met een laag kokend water) en uitgieten op bubbeltjesfolie. Laten afkoelen en opstijven (in de koelkast, desnoods). De plastic folie voorzichtig van de chocolade aftrekken en klaar. Helaas 'popt' de chocolade niet zoals de echte plastic noppen, maar geinig is het wél (een reep van 100 gram is genoeg voor een stuk noppen- chocolade van ca. 10x20cm).

Het zal aan mij liggen, maar ik vind dit geen smaaksensatie. Grappig? Ja! Decoratief? Ja! Maar de smaak? Nou, gewoon, chocolade.

Gebakken lever smaakt...

... naar meer. En bovendien smaakt gebakken lever naar paté. Omdat paté voornamelijk bestaat uit lever. En vet enzo. Veel mensen gruwelen bij de gedachte aan orgaanvlees en, toegegeven, het prepareren van lever is een enigszins bloederig werkje, maar waar héb je het over in de Grote Strijd om Smaak. Waarom zou je wél zo'n ranzige hamburger van een willekeurige fastfoodketen eten, in zo'n klef wit broodje met wárme augurk, en geen eerlijk vlees? (de discussie "waarom zou je überháupt vlees eten?" laat ik voor het gemak even buiten beschouwing)
Bekijk de verpakking maar eens van een willekeurig produkt uit de supermarkt; grote kans dat er voornamelijk troep in zit: te veel zout, plantaardige vetten, glucose, smaakstoffen. Nee, doe mij dan maar lever. En nou is lever bijzonder smakelijk indien ge- bakken in bacon. Bakbacon of streaky bacon; dat maakt niet uit. Ik neem hiervoor altijd kippenlevertjes (kleine smaak- bommetjes, vergeleken met varkenslever), maar uit Londen nam ik lamslever mee. Nog nooit gegeten, maar er werd mij bezworen dat als je van lever houdt, je van álle lever houdt. De lamslever werd thuis in handzame stukken gesneden, in een weinig bacon gerold en in een warme pan met een beetje vetstof uitgebakken. Er is geen prikkertje nodig om de bacon om de lever op z'n plaats te houden, wanneer je enkele minuten geduldig wacht met omdraaien tot de bacon knapperig wordt. Lamslever is vergeleken met kippenlever een beetje stug en stevig (i.e. minder 'paté-erig'), maar verder heerlijk.
NB: Deze 'snack' is mijn favoriete picknickgerecht, omdat het één tot twee dagen op voorhand kan worden gemaakt, uitstekend in koelkast en diepvries te bewaren is, makkelijk mee te nemen is (lekt niet, kan niet uit elkaar vallen) en koud geserveerd kan worden. Mijn moeder trakteert haar verjaardagsgasten altijd op een gebakken levertje. Oók een goed idee.

24 maart 2008

Mama's appeltaart

Nou heeft deze appeltaart nog nooit meegedaan aan de grote AD Appeltaarttest (anno 2005), maar voor mij is het toch één van de lekkerste. Déze appeltaart komt namelijk uit de keuken van mijn moeder (naar een oorspronkelijk recept uit het kookboekje van de Atag, maar inmiddels onderhevig geweest aan diverse persoon- lijke aanpassingen).

Eigenlijk een makkelijk recept. Voor het korstdeeg hoef je je in ieder géén slag in de rondte te kneden en zelfs mijn moeder kneedt het niet traditioneel 'met koele hand', maar gebruikt gewoon een keukenmachine. Duidelijk gevalletje alle ingrediënten in de machine doen, paar keer draaien en pulsen, in plasticfolie wikkelen en in de koelkast laten rusten. Dat laatste is essentieel; anders is het deeg te zacht, valt een taartpunt bij het snijden te makkelijk uit elkaar en bakt het deeg niet knapperig genoeg op.
De vulling van een Hollandse appeltaart is van oudsher zowel zacht als stevig en bovendien zowel zoet als zuur. In mijn (en mijn moeders) opinie kan er dan eigenlijk ook maar één soort appelen gebruikt worden: goudreinet. Zo uit het vuistje vind ik deze appels niet lekker, maar voor in de appeltaart is het een andere zaak. Echte zoetekauwen mogen nog best wat suiker over de appels strooien, maar dat hóeft niet. Het vullen van de taart is een privé kwestie en los van de appelpartjes is er weinig wat er écht in móet. De mogelijkheden echter zijn legio: rozijnen, stukjes kiwi, amandelschaafsel, kaneel, 5spice of een ander kruidenmengsel, citroenzest, peren, gedroogde vruchten, noten...

Moeder's tip voor het vullen van een springvorm, met name als het een gróte vorm betreft (26-28cm): om druk van de vulling te creëeren tegen het deeg op de wanden, niet alleen de bodem met appelpartjes beleggen maar óók de randen. Zo krijg je een mooie stevig-gevulde appeltaart. Bovendien doet mijn moeder op de eerste laag appels nóg een lap deeg, met daarop de tweede helft appelparten (en kaneel). Om enige zompigheid in de taart door uittredend vocht uit de appels tegen te gaan, strooit mama een hoeveelheid paneermeel tussen de vulling; daar proef je niks van terug maar geeft wel een compactere massa. Afwerken van de taart is ook weer naar eigen inzicht, maar traditiegetrouw heeft een vlechtwerk van deegrepen de voorkeur. Aflakken met losgeklopt ei (half ei, half melk geniet míjn voorkeur en liever nog: half eierdooier, half melk) en bakken.
Verspreid een werkelijk onweerstaanbare geur (die veel gebruikt wordt als truc bij een hoopvolle huisverkoop), maar beter is het om de taart eerst te laten afkoelen, zodat de smaak zich ten volle kan ontwikkelen. Heerlijk, mam.

Hoewel het geheim van een goede appeltaart ongetwijfeld de keuze voor het deeg is, in combinatie met de beste appels en rozijnen; smaakt zo'n taart nóg beter door bv. halve (garneer) amandelen over de taart te verdelen, voordat hij de oven ingaat.
En het tijdrovende werkje van appels schillen kan ook best (ruim) van tevoren gebeuren: vries de appelpartjes dan in, gemengd met suiker, kaneel, rozijnen en een papje van custardpoeder (geeft een heerlijke vanillesmaak aan de appels) en ontdooi de appels daags voor het bakken in de koelkast. Op de bakdag zelf is het alleen nog nodig om het deeg te maken; de kant-en-klare appelvulling kan zó de vorm in en is na het bakken lekker zacht, zodat de taart goed snijdbaar is en de punten niet meer uit elkaar vallen.

De zeven meest dodelijke delicatessen

Ik ben vervuld met afgrijzen en bewondering, terwijl ik het net afsurf en stuit op deze pagina. Het begint met een interessante foto van 'fugu', de bekende toxische kogelvis die in Japan jaarlijks enkele levens eist, mét een geinige video van een kok die (te?) snel een fugu prepareert voor zijn pannen. Verder een vrucht die giftig is indien nog niet rijp, maar óók indien té rijp; en - yak- levende octopus!! De uitdaging van het eten van deze laatste (en ik citeer) "is het kauwen en doorslikken van deze delicatesse zonder te stikken in de bewegende tentakels".

23 maart 2008

Reclame vs. Realiteit

Gezien op WatEetOns en daarna zélf ook van onder de indruk ge- raakt: het project van een maatschappijkritische Duitser die een hondertal kant-en-klaar produkten uit supermarkt en fastfood- wereld aan zijn fototoestel onderwerpt; met als doel de reclamefoto op de verpakking te vergelijken met het bereide produkt (bereid volgens de aanwijzingen van de fabrikant).
Veelal een wereld van verschil!! Kijk op Pundo.

Opmerking van mijn liefste bij het zien van enkele plaatjes: "Dat ziet er net zo uit als op de verpakking: ranzig. Maar wel 'minder geordend' ranzig." Indeed!!

Gekleurde paaseieren

Bij de Hema (ik zou bijna zeggen: waar ánders?!) kocht ik vorig jaar 'eierverf' en 'toverwikkels'. Nou horen geverfde eieren bij Pasen en hoewel de aanblik ervan mij met een prettige nostalgie vervult (herinneringen aan eieren doorprikken, leegblazen en beschil- deren in zo'n ronddraaiend eierverfmolentje...), ben ik toch écht niet van plan om kostbare tijd te besteden aan in m'n eentje aan de keukentafel zitten met een doos waterverf en een aantal halfhalf leeggeblazen eierschalen. Een snelle oplossing voor de werkende carrièrevrouw met een gezonde hang naar het verleden, was dus geboden. Enter Hema:

De kleurpastilles (in zes kleuren) moeten in water opgelost worden (met 2el azijn) en zijn een beetje 'tricky'. Omdat de hardgekookte eieren te kort in het verfbad laten nauwelijks effect heeft; maar bij te lang kleuren, kleurt niet alleen de schaal, maar al snel ook het éi! En schijnbaar is het resultaat van een egaal gekleurd ei een (bijna) onmogelijkheid.
Nee, doe míj dan maar de 'toverwikkels'. Er zitten vier verschil- lende wikkels met z'n twaalven in een envelopje. Een plastic wikkel gaat eenvoudig om een gekookt ei heen, het ei wordt op een (soep)lepel in heet water gedompeld, waardoor de wikkel direct om het ei heen krimpt. Je moet wel op een paar dingen góed letten: het ei mag noch nat noch warm zijn (geeft voortijdige krimp van de wikkel), het ei mag niet groter zijn dan een eMmetje en je kan de wikkel níet inknippen (om stiekem toch een L-ei te laten passen). Verder moet de wikkel netjes om het ei aangebracht worden (lees: zoveel mogelijk in het midden), en dan maakt het verder niet meer uit of het ei op een lepel ligt of niet (als het waterbad maar heet is).

Nou kun je behalve kleurtabletten ook natuurlijke kleurstoffen gebruiken om eieren te verven:
rose kook de eieren in water met een stuk rode kool en en een scheut azijn; (licht)rood kook de eieren in water met flink wat bietensap; groen kook de eieren in een laagje water met verse spinaziebladeren; bruin kook de eieren in thee, sterke koffie of met uienschillen (of gebruik koffiedrab); geel-groen snijd verse peterselie fijn en laat deze een nacht weken in water, 's morgens dit water aan de kook brengen en de eieren er net zo lang in laten liggen tot ze geel-groen kleuren; licht oranje kook de eieren met 1tl azijn met schillen van limoen of sinaasappel, wortel, selderij- zaad; geel kook de eieren met 1tl azijn en voeg kurkuma, koenjit en/of saffraan aan het kookwater toe; gemarmerd kook de eieren gewikkeld in schillen van gewone en rode uien met aluminiumfolie eromheen (door deze laatste kleurtechniek gaat de smaak van de eieren achteruit en kunnen ze beter niet meer gegeten worden).

Paasbrunch

Uitgebreid luxueus ontbijt rond het middaguur, met ouders en vriend. En dan is 'uitgebreid' eigenlijk een understatement: versgebakken volkorenbrood uit de BBM, vijgen-en rozijnen- broodjes van de Auchan, peperkoek met walnoten, mango, verse frambozen, een kippetje van de markt, een volle fruitschaal met o.a. mandarijnen, bananen, tamarinde en bloedsinaasappels, thee, chocomel, limoendrink en karnemelk, divers zoet beleg, kastanjemousse, voor iedereen een gekookt (paas)eitje, zure zult van de keurslager, kippeling met het laatste restje smulsaus, peultjes, rijstcake, ham en verschillende kazen, hoeveboter, avocado en zelfgekweekte alfalfa. De meeste waarvan op mijn lijst met 'alltime' favorieten staan... Een GOED ontbijt dus!

22 maart 2008

De aller-aller-allerlekkerste snack

Mijn ouders zijn in Gent. Leuk, natuurlijk, maar helemáál leuk omdat ze bij dergelijke gelegenheden bijna altijd 'kippeling' mee- nemen van hun keurslager (Aalpoel, Rijksstraatweg 92, Voorst). Op bestelling bakt deze humoristische ambachtelijke slager zijn uitermate populaire kippensnack. Dat mijn vader en moeder er ALTIJD hoge ogen mee gooien op elk verjaardagsfeestje is geen grote verrassing; de sappige stukjes kip zijn afgebakken in een pittiggekruid paneerjasje en zijn daarmee zeer smakelijk.
En nou is dàt nog niet eens de beste eigenschap van deze 'kippeling' (op zich al een leuke woordspeling); feitelijk gáát het 'm om de bijgeleverde 'smulsaus'; de kippeling is eigenlijk het excuus. Zo dik mogelijk smulsaus dippen; dát is de (lees: onze) bedoeling. Steeds opnieuw proberen we uit te vogelen wat Meneer DeSlager nou precies door zijn kruidenbrouwsel heeft geroerd (in ieder geval mayonaise, curry en uitjes), maar ná te maken is het tot nu toe (helaas) níet.

(update 04-12-2008)
Het blijkt JOPPIEsaus!

Glaasje limoen

Volgens mijn moeder kun je op deze manier een aangesneden citroen of limoentje wel tot twee weken in de koelkast bewaren. Namelijk: direct na aansnijden de citrusvrucht op-de-kop in een nauwsluitend glaasje plaatsen. Slim. En handig. Voor iedereen die alleen 'af en toe' een schijfje limoen in z'n/d'r tonic wil...

20 maart 2008

Zoete tomatentaart

Gisteren mocht ik de laatste verjaardagstaart trakteren en voor deze afsluiter ging ik voor het absoluut ONconventionele: een knapperige kokosfrangipanetaart met daar onder een smeuïge laag van zoete tomatenjam:

Niet zo'n moeilijke taart om in elkaar te zetten, al zal ik een volgende keer de deegbodem niet weer een hele nacht laten rusten (en bovendien is tien minuutjes blind voorbakken genoeg!) Nou wéét ik dat mijn zelfgemaakte tomatenjam lekker zoet en 'jam-merig' is, maar toch... tóch bij het insmeren van het deeg met jam, had ik bijzonder sterk het gevoel dat ik een pizzabodem bestreek met bolognaisesaus en misschien zorgde juist dát er wel voor dat ik met enige schroom mijn taart presenteerde! Nou had ik me nergens zorgen over hoeven maken, hoor, de feesttaart smaakte vooral naar kokosmakroon met rozijnen (lekker, dus!!) en een hele lichte jamondertoon.

Alleen zag de spectaculair smakende taart er fris uit de oven een beetje te saai uit, vergeleken met zijn inhoud. Niets wat een zeefje met rietpoedersuiker cq. rietsui- kerpoeder (oftewel: poeder- rietsuiker) en een decoratief sjabloon niet op konden lossen, maar -uiteraard- ging ik nog een stapje verder. Door zélf cherrytomaatjes te konfijten... Althans, een poging daartoe te wagen.
Hoe? Een suikersiroopje koken van 100g suiker en 200ml water en hierin vervolgens (ingeprikte) cherrytomaatjes leggen, terwijl de siroop afkoelt. Daarna nogmaals de siroop mét de tomaatjes tot een kookpunt brengen, van het vuur verwijderen en laten afkoelen. Belangrijk dat de tomaatjes niet stuk worden gekookt. Deze methode levert weliswaar níet een perfect gekonfijt tomaatje op, maar levert wel een zoete vrucht op die bij doorbijten nog bijna vollledig naar (zoetzure) tomaat smaakt. Goed genoeg voor mij, dus. En al met al een zéér geslaagd experiment, want 's avonds gingen elf taartpunten schoon op!